JEZUSLEEFT.BE †
"Generatievloeken": is het bijbels? Ten eerste: de duivel werkt heel subtiel. Hij vertelt halve waarheden, geeft slechts fragmenten van de waarheid, waardoor dingen niet meer in de juiste context worden gezien. De duivel geeft een verkeerd beeld van God weg, dat Hij niet rechtvaardig en liefdevol is. Genesis 3:1-5 De slang nu was listiger dan al het geerte des velds, hetwelk de HEERE God gemaakt had; en zij zeide tot de vrouw: Is het ook, dat God gezegd heeft: Gijlieden zult niet eten van allen boom dezes hofs? En de vrouw zeide tot de slang: Van de vrucht der bomen dezes hofs zullen wij eten; Maar van de vrucht des booms, die in het midden des hofs is, heeft God gezegd: Gij zult van die niet eten, noch die aanroeren, opdat gij niet sterft. Toen zeide de slang tot de vrouw: Gijlieden zult den dood niet sterven; Maar God weet, dat, ten dage als gij daarvan eet, zo zullen uw ogen geopend worden, en gij zult als God wezen, kennende het goed en het kwaad. De slang verdraaid de waarheid. Mattheüs 4:5-7 Toen nam Hem de duivel mede naar de heilige stad, en stelde Hem op de tinne des tempels; En zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, werp Uzelven nederwaarts; want er is geschreven, dat Hij Zijn engelen van U bevelen zal, en dat zij U op de handen zullen nemen, opdat Gij niet te eniger tijd Uw voet aan een steen aanstoot. Jezus zeide tot hem: Er is wederom geschreven: Gij zult den Heere, uw God, niet verzoeken. De duivel quote een geschrift maar totaal uit de context. Er staat niet dat Jezus opzettelijk van het dak moet springen, zoals je in Psalmen leest. Jezus quote ook een geschrift met meteen het antwoord dat we niet God mogen verzoeken, wat meteen de list van de duivel onderschept. Psalmen 91:11-12 Want Hij zal Zijn engelen van u bevelen, dat zij u bewaren in al uw wegen. Zij zullen u op de handen dragen, opdat gij uw voet aan geen steen stoot. De leer over generatievloeken bevat ook halve waarheden, want eigenlijk zullen mensen daardoor denken dat ze nooit vrij worden of enigszins altijd gebonden kunnen zijn als er iets opspeelt in hun leven. Als dingen ons overkomen, dan komt dat bijvoorbeeld door: - onszelf (stelselmatig zondigen) - leugens die we zijn gaan geloven die ons beroven van onze vrijheid, dus misleiding. - de gebroken maatschappij waar we in leven - het milieu waar we in zijn opgegroeid en wat ons heeft gevormd. Maar als ons denken vernieuwd wordt door de Heer, worden we vrij en doorbreken we patronen die ons vasthielden. In onderstaande geschriften leggen de leringen over generatievloeken vaak alleen maar het eerste gedeelte uit van een geschrift, en wordt het tweede gedeelte weggelaten! Daardoor klopt heel de context niet meer. Exodus 20:4-6 Gij zult u geen gesneden beeld, noch enige gelijkenis maken, van hetgeen boven in den hemel is, noch van hetgeen onder op de aarde is, noch van hetgeen in de wateren onder de aarde is. Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de HEERE uw God, ben een ijverig God, Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde, en aan het vierde lid dergenen, die Mij haten; En doe barmhartigheid aan duizenden dergenen, die Mij liefhebben, en Mijn geboden onderhouden.* Dus...Hij doet: BARMHARTIGHEID AAN DUIZENDEN DERGENEN DIE GOD LIEFHEBBEN! Onderstaand hoofdstuk wijdt God aan eigen verantwoordelijkheid: Ook staat er dat doordat de vaderen onrijpe druiven hebben gegeten de tanden van de kinderen slee worden. God geeft in Ezechiel 18:2 aan dat Hij dit spreekwoord NIET meer wil horen in Israël! Het is namelijk een belediging voor God omdat het overkomt dat Hij niet rechtvaardig is. Zie een gemakkelijkere vertaling: EZECHIËL 18:1-4b De Heer zei tegen mij: "De Israëlieten zeggen: 'De vaders hebben zure druiven gegeten en nu zijn de tanden van de kinderen stroef geworden.' Waarom zeggen ze dat? Ik zweer bij Mijzelf, zegt de Heer, dat jullie dit niet meer zullen zeggen. Elk mensenleven is van mij. Het leven van de vader is van Mij en het leven van zijn zoon is van Mij. Alleen mensen die Mij ongehoorzaam zijn, zullen sterven. Ezechiël 18:1-32 🔹Verder geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: Wat is ulieden, dat gij dit spreekwoord gebruikt van het land Israels, zeggende: De vaders hebben onrijpe druiven gegeten, en de tanden der kinderen zijn stomp geworden? 🔹 Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo het ulieden meer gebeuren zal, dit spreekwoord in Israel te gebruiken! 🔹 Ziet, alle zielen zijn Mijne; gelijk de ziel des vaders, alzo ook de ziel des zoons, zijn Mijne; de ziel, die zondigt, die zal sterven. 🔹 Wanneer nu iemand rechtvaardig is, en doet recht en gerechtigheid; Niet eet op de bergen, en zijn ogen niet opheft tot de drekgoden van het huis Israels; noch de huisvrouw zijns naasten verontreinigt, noch tot de afgezonderde vrouw nadert; En niemand verdrukt, den schuldenaar zijn pand wedergeeft, geen roof rooft, den hongerige zijn brood geeft, en den naakte met kleding bedekt; Niet geeft op woeker, noch overwinst neemt, zijn hand van onrecht afkeert, waarachtig recht tussen den een en den anderen oefent; In Mijn inzettingen wandelt, en Mijn rechten onderhoudt, om trouwelijk te handelen; 🔹 die rechtvaardige zal gewisselijk leven, spreekt de Heere HEERE. 🔹Heeft hij nu een zoon gewonnen, die een inbreker is, die bloed vergiet, die zijn broeder doet een van deze dingen; En die al die dingen niet doet; maar eet ook op de bergen, en verontreinigt de huisvrouw zijns naasten; Verdrukt den ellendige en den nooddruftige, rooft veel roofs, geeft het pand niet weder, en heft zijn ogen op tot de drekgoden, doet gruwel; Geeft op woeker, en neemt overwinst; zou die leven? Hij zal niet leven, al die gruwelen heeft hij gedaan; hij zal voorzeker gedood worden; zijn bloed zal op hem zijn! 🔹 Ziet nu, heeft hij een zoon gewonnen, die al de zonden zijn vaders, die hij doet, aanziet, en toeziet, dat hij dergelijke niet doet; Niet eet op de bergen, noch zijn ogen opheft tot de drekgoden van het huis Israels, de huisvrouw zijns naasten niet verontreinigt; En niemand verdrukt, het pand niet behoudt, en geen roof rooft, zijn brood den hongerige geeft, en den naakte met kleding bedekt; Zijn hand van den ellendige afhoudt, geen woeker noch overwinst neemt, Mijn rechten doet, en in Mijn inzettingen wandelt; 🔹die zal niet sterven om de ongerechtigheid zijns vaders; hij zal gewisselijk leven. 🔹Zijn vader, dewijl hij met onderdrukking onderdrukt heeft, des broeders goed geroofd heeft, en gedaan heeft, dat niet goed was in het midden zijner volken; ziet daar, hij zal sterven in zijn ongerechtigheid. 🔹 Maar gijlieden zegt: Waarom draagt de zoon niet de ongerechtigheid des vaders? 🔹 Immers zal de zoon, die recht en gerechtigheid gedaan heeft, en al Mijn inzettingen onderhouden, en die gedaan heeft, gewisselijk leven. 🔹 De ziel, die zondigt, die zal sterven; de zoon zal niet dragen de ongerechtigheid des vaders, en de vader zal niet dragen de ongerechtigheid des zoons; de gerechtigheid des rechtvaardigen zal op hem zijn, en de goddeloosheid des goddelozen zal op hem zijn. 🔹 Maar wanneer de goddeloze zich bekeert van al zijn zonden, die hij gedaan heeft, en al Mijn inzettingen onderhoudt, en doet recht en gerechtigheid, hij zal gewisselijk leven, hij zal niet sterven. 🔹 Al zijn overtredingen, die hij gedaan heeft, zullen hem niet gedacht worden; in zijn gerechtigheid, die hij gedaan heeft, zal hij leven. 🔹 Zou Ik enigzins lust hebben aan den dood des goddelozen, spreekt de Heere HEERE; is het niet, als hij zich bekeert van zijn wegen, dat hij leve? 🔹 Maar als de rechtvaardige zich afkeert van zijn gerechtigheid, en onrecht doet, doende naar al de gruwelen, die de goddeloze doet, zou die leven? Al zijn gerechtigheden, die hij gedaan heeft, zullen niet gedacht worden; in zijn overtreding, waardoor hij overtreden heeft, en in zijn zonde, die hij gezondigd heeft, in die zal hij sterven. 🔹Nog zegt gijlieden: De weg des HEEREN is niet recht; hoort nu, o huis Israels! is Mijn weg niet recht? Zijn niet uw wegen onrecht? 🔹 Als de rechtvaardige zich afkeert van zijn gerechtigheid, en onrecht doet, en sterft in dezelve, hij zal in zijn onrecht, dat hij gedaan heeft, sterven. 🔹 Maar als de goddeloze zich bekeert van zijn goddeloosheid, die hij gedaan heeft, en doet recht en gerechtigheid, die zal zijn ziel in het leven behouden; Dewijl hij toeziet, en zich bekeert van al zijn overtredingen, die hij gedaan heeft, hij zal gewisselijk leven, hij zal niet sterven. 🔹 Evenwel zegt het huis Israels: De weg des HEEREN is niet recht. Zouden Mijn wegen, o huis Israels, niet recht zijn? Zijn niet uw wegen onrecht? Daarom zal Ik u richten, o huis Israels! een ieder naar zijn wegen, spreekt de Heere HEERE, 🔹 keert weder, en bekeert u van al uw overtredingen, zo zal de ongerechtigheid u niet tot een aanstoot worden. 🔹 Werpt van u weg al uw overtredingen, waardoor gij overtreden hebt, en maakt u een nieuw hart en een nieuwen geest; want waarom zoudt gij sterven, o huis Israels? 🔹 Want Ik heb geen lust aan den dood des stervenden, spreekt de Heere HEERE; daarom bekeert u en leeft. God predikt bekering! Spreuken 3:33 De vloek des HEEREN is in het huis des goddelozen; maar de woning der rechtvaardigen zal Hij zegenen. Onderstaand geschrift vervult alles: Christus heeft ons verlost van de vloek der wet, hij werd een vloek voor ons! En dit alles zodat we door het geloof de belofte van de Heilige Geest mochten krijgen! Galaten 3:10-14 Want zovelen als er uit de werken der wet zijn, die zijn onder den vloek; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet, om dat te doen. En dat niemand door de wet gerechtvaardigd wordt voor God, is openbaar; want de rechtvaardige zal uit het geloof leven. Doch de wet is niet uit het geloof; maar de mens, die deze dingen doet, zal door dezelve leven. Christus heeft ons verlost van den vloek der wet, een vloek geworden zijnde voor ons; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die aan het hout hangt. Opdat de zegening van Abraham tot de heidenen komen zou in Christus Jezus, en opdat wij de belofte des Geestes verkrijgen zouden door het geloof. 1 Petrus 2:24-25 Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout; opdat wij, der zonden afgestorven zijnde, der gerechtigheid leven zouden; door Wiens striemen gij genezen zijt. Want gij waart als dwalende schapen; maar gij zijt nu bekeerd tot den Herder en Opziener uwer zielen. We zijn verzoend en niet meer onder de "vloek" 2 Corinthiërs 5:17-21 Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden. En al deze dingen zijn uit God, Die ons met Zichzelven verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening der verzoening gegeven heeft. Want God was in Christus de wereld met Zichzelven verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende; en heeft het woord der verzoening in ons gelegd. Zo zijn wij dan gezanten van Christus wege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christus wege: laat u met God verzoenen. Want Dien, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem. 1 Johannes 3:4-11 🔹 Een iegelijk, die de zonde doet, die doet ook de ongerechtigheid; want de zonde is de ongerechtigheid. 🔹En gij weet, dat Hij geopenbaard is, opdat Hij onze zonden zou wegnemen; en geen zonde is in Hem. 🔹 Een iegelijk, die in Hem blijft, die zondigt niet; een iegelijk, die zondigt, die heeft Hem niet gezien, en heeft Hem niet gekend. 🔹 Kinderkens, dat u niemand verleide. 🔹 Die de rechtvaardigheid doet, die is rechtvaardig, gelijk Hij rechtvaardig is. 🔹 Die de zonde doet, is uit den duivel; want de duivel zondigt van den beginne. 🔹 Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou. 🔹 Een iegelijk, die uit God geboren is, die doet de zonde niet, want Zijn zaad blijft in hem; en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren. 🔹 Hierin zijn de kinderen Gods en de kinderen des duivels openbaar. Een iegelijk, die de rechtvaardigheid niet doet, die is niet uit God, en die zijn broeder niet liefheeft, Want dit is de verkondiging, die gij van den beginne gehoord hebt, dat wij elkander zouden liefhebben. In het OT had God het over overspel doordat Israël andere goden ging aanbidden zo ook in het NT: Jakobus 4:4-10 🔹 Overspelers en overspeleressen, weet gij niet, dat de vriendschap der wereld een vijandschap Gods is? Zo wie dan een vriend der wereld wil zijn, die wordt een vijand van God gesteld. 🔹Of meent gij, dat de Schrift tevergeefs zegt: De Geest, Die in ons woont, heeft Die lust tot nijdigheid? Ja, Hij geeft meerdere genade. 🔹 Daarom zegt de Schrift: God wederstaat de hovaardigen, maar den nederigen geeft Hij genade. Zo onderwerpt u dan Gode; wederstaat den duivel, en hij zal van u vlieden. 🔹 Naakt tot God, en Hij zal tot u naken. 🔹 Reinigt de handen, gij zondaars, en zuivert de harten, gij dubbelhartigen! 🔹Gedraagt u als ellendigen, en treurt en weent; uw lachen worde veranderd in treuren, en uw blijdschap in bedroefdheid. 🔹 Vernedert u voor den Heere, en Hij zal u verhogen. Romeinen 8:2-4, 🔹Want de wet des Geestes des levens in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet der zonde en des doods. 🔹Want hetgeen der wet onmogelijk was, dewijl zij door het vlees krachteloos was, heeft God, Zijn Zoon zendende in gelijkheid des zondigen vleses, en dat voor de zonde, de zonde veroordeeld in het vlees. 🔹Opdat het recht der wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar naar den Geest. Johannes 8:36 Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn. Nu we weten hoe groot het offer van Jezus eigenlijk is geweest. Zullen we onderstaande theorie anders lezen: Verklaring waarom er nog Generatievloeken 3/4 tot 10e geslacht kunnen voorkomen: Derde en vierde geslacht De Schrift maakt duidelijk dat de ongerechtigheid van het voorgeslacht onder Gods voorzienigheid kan doorwerken tot in het derde en het vierde geslacht (Ex20:5; 34:7; Nm14:18; Dt5:9). Er zijn ook vervloekingen die in de volgende generaties doorwerken (Gn9:24v.; Dt28:4146,59; 30:19; Jz6:26; 7:15; 9:23; 2Sm3:28v.). ‘Tot in het vierde geslacht’ betekent dat elk van ons dertig voorouders (twee ouders, vier grootouders, acht over-en zestien betovergrootouders) heeft die bijv. de gevolgen van hun occulte contacten op ons kunnen hebben overgeheveld! In al deze gevallen moeten de eigen zonden én die van de voorvaders beleden worden. Lv26:40 zegt: ‘belijden zij hun ongerechtigheid en die hunner vaderen...’ (vgl. Ea9:7; Nh1:6v.; 9:2,16,34; Ps106:6; Jr3:25; Kl5:7). Godsmannen in Israël beleden de zonden van hun voorvaders om bevrijd te worden van de vloek die daardoor over hen, hun nakomelingen, lag. We zien dit duidelijk in Dn9, waar Daniël de vloek erkent die door de zonden van het voorgeslacht over Israël gekomen is (vs11) en door plaatsvervangend de schuld van het volk te belijden deze vloek verbreekt. Maar hoe is het nu? 🔸1 Timotheüs 2:5-6 Want er is een God, er is ook een Middelaar Gods en der mensen, de Mens Christus Jezus; Die Zichzelven gegeven heeft tot een rantsoen voor allen, zijnde de getuigenis te zijner tijd; Jezus is onze middelaar, Hij is onze Hoge Priester, advocaat en bidt voor ons. 🔸Romeinen 8:31-34 Wat zullen wij dan tot deze dingen zeggen? Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken? Wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods? God is het, Die rechtvaardig maakt. Wie is het, die verdoemt? Christus is het, Die gestorven is; ja, wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook ter rechter hand Gods is, Die ook voor ons bidt. 🔸Hebreeën 12:18-24 Want gij zijt niet gekomen tot den tastelijken berg, en het brandende vuur, en donkerheid, en duisternis, en onweder, En tot het geklank der bazuin, en de stem der woorden; welke die ze hoorden, baden, dat het woord tot hen niet meer zou gedaan worden. (Want zij konden niet dragen, hetgeen er geboden werd: Indien ook een gedierte den berg aanraakt, het zal gestenigd of met een pijl doorschoten worden. En Mozes, zo vreselijk was het gezicht, zeide: Ik ben gans bevreesd en bevende). Maar gij zijt gekomen tot den berg Sion, en de stad des levenden Gods, tot het hemelse Jeruzalem, en de vele duizenden der engelen; Tot de algemene vergadering en de Gemeente der eerstgeborenen, die in de hemelen opgeschreven zijn, en tot God, den Rechter over allen, en de geesten der volmaakte rechtvaardigen; En tot den Middelaar des nieuwen testaments, Jezus, en het bloed der besprenging, dat betere dingen spreekt dan Abel. 🔸Hebreeën 8:1-13 De hoofdsom nu der dingen, waarvan wij spreken, is, dat wij hebben zodanigen Hogepriester, Die gezeten is aan de rechter hand van den troon der Majesteit in de hemelen: Een Bedienaar des heiligdoms, en des waren tabernakels, welken de Heere heeft opgericht, en geen mens. Want een iegelijk hogepriester wordt gesteld, om gaven en slachtofferen te offeren; waarom het noodzakelijk was, dat ook Deze wat had, dat Hij zou offeren. Want indien Hij op aarde ware, zo zou Hij zelfs geen Priester zijn, dewijl er priesters zijn, die naar de wet gaven offeren; Welke het voorbeeld en de schaduw der hemelse dingen dienen, gelijk Mozes door Goddelijke aanspraak vermaand was, als hij den tabernakel volmaken zou: Want zie, zegt Hij, dat gij het alles maakt naar de afbeelding, die u op den berg getoond is. En nu heeft Hij zoveel uitnemender bediening gekregen, als Hij ook eens beteren verbonds Middelaar is, hetwelk in betere beloftenissen bevestigd is. Want indien dat eerste verbond onberispelijk geweest ware, zo zou voor het tweede geen plaats gezocht zijn geweest. Want hen berispende, zegt Hij tot hen: Ziet, de dagen komen, spreekt de Heere, en Ik zal over het huis Israels, en over het huis van Juda een nieuw verbond oprichten; Niet naar het verbond, dat Ik met hun vaderen gemaakt heb, ten dage, als Ik hen bij de hand nam, om hen uit Egypteland te leiden; want zij zijn in dit Mijn verbond niet gebleven, en Ik heb op hen niet geacht, zegt de Heere. Want dit is het verbond, dat Ik met het huis Israels maken zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten in hun verstand geven, en in hun harten zal Ik die inschrijven; en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn. En zij zullen niet leren, een iegelijk zijn naaste, en een iegelijk zijn broeder, zeggende: Ken den Heere; want zij zullen Mij allen kennen van den kleine onder hen tot den grote onder hen. * Want Ik zal hun ongerechtigheden genadig zijn, en hun zonden en hun overtredingen zal Ik geenszins meer gedenken.* Als Hij zegt: Een nieuw verbond, zo heeft Hij het eerste oud gemaakt; dat nu oud gemaakt is en verouderd, is nabij de verdwijning. 🔸Hebreeën 9:15-18 En daarom is Hij de Middelaar des nieuwen testaments, opdat, de dood daartussen gekomen zijnde, tot verzoening der overtredingen, die onder het eerste testament waren, degenen, die geroepen zijn, de beloftenis der eeuwige erve ontvangen zouden. Want waar een testament is, daar is het noodzaak, dat de dood des testamentmakers tussen kome; Want een testament is vast in de doden, dewijl het nog geen kracht heeft, wanneer de testamentmaker leeft. Waarom ook het eerste niet zonder bloed is ingewijd. 🔸1 Johannes 2:1-3 Mijn kinderkens, ik schrijf u deze dingen, opdat gij niet zondigt. En indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij den Vader, Jezus Christus, den Rechtvaardige; En Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden der gehele wereld. En hieraan kennen wij, dat wij Hem gekend hebben, zo wij Zijn geboden bewaren. Tiende geslacht In zulke gevallen als bij Daniël gaat het zelfs om heel wat meer generaties dan het derde of vierde geslacht! Dit is één reden waarom in sommige bevrijdingsbedieningen vloeken verbroken worden zelfs tot in het tiende geslacht. Men baseert dit op Deuteronomium 23:3v.: ‘Een Ammoniet of Moabiet zal niet in de gemeente des HEREN komen; zelfs hun tiende geslacht zal nimmer in de gemeente des HEREN komen, omdat zij (...) tegen u Bileam, de zoon van Beor, uit Petor in Mesopotamie, gehuurd hadden om u te vervloeken.’ De gedachte is dan, dat zelfs maar het dreigen met een vervloeking boze uitwerkingen heeft gehad tot minstens het tiende geslacht van de Ammonieten en Moabieten aan toe. Dit mag overdreven klinken, maar zolang er nog zoveel kwalen en neurosen onder gelovigen voorkomen, moeten we maar niet al te vlot mogelijke oorzaken daarvan van de hand wijzen. Geen straf! Let wel: de doorwerking in de generaties betekent niet dat kinderen ooit gestraft worden voor de zonden van hun voorouders — integendeel, zie Ezechiël 18:20 — maar wel dat zij de schade ondervinden van de zonden van hun voorouders, bijvoorbeeld doordat zij door hun ouders verlaten zijn, of doordat hun moeders prostituees of criminelen waren, of doordat hun (voor)ouders zich met occulte zaken inlieten of hun kinderen mishandelden of misbruikten, enzovoort. Door deze en vele andere zaken kunnen demonische invloeden in het leven van de kinderen binnenkomen, en daarmee ook ziekten. Als de discipelen vragen: "Rabbi, wie heeft gezondigd, deze of zijn ouders, dat hij blind geboren werd?" (Johannes 9:2), antwoordt de Heer: “Noch hij noch zijn ouders hebben gezondigd, maar de werken Gods moeten in hem openbaar worden. (met andere woorden “… maar LAAT de werken ...”); LET OP: "hina"+bijzin kan een doel (opdat) of bevel, aansporing ("laat ...") uitdrukken. De Willibrordvertaling is hier de meest gepaste nederlandstalige en meest bijbelse vertaling. Jezus ging in op zijn eigen aansporing en genas de man vervolgens. Jezus brak geen enkele generatievloek, want die was er niet, hoewel de omstaanders dat hadden geloofd of nog geloofden. Bevrijding en genezing Het komt voor dat hele families gebonden zijn door occultisme. "Wat je zaait is wat je maait," zegt de bijbel. Dat kan of verderfenis zijn of eeuwig leven. Maar wanneer iemand tot de Heer komt en wederomgeboren wordt en vrijgezet wordt van bijvoorbeeld een geest van occultisme. Dan is de betreffende persoon vrij en vergeven. En hoeft er niet 10 generaties doorgebeden te worden. Jezus heeft ook dit op Zich genomen. Leviticus 26:39-40 En de overgeblevenen onder u zullen om hun ongerechtigheid in de landen uwer vijanden uitteren; ja, ook om de ongerechtigheden hunner vaderen zullen zij met hen uitteren. Dan zullen zij hun ongerechtigheid belijden, en de ongerechtigheid hunner vaderen met hun overtredingen, waarmede zij tegen Mij overtreden hebben, en ook dat zij met Mij in tegenheid gewandeld hebben. Ook hier is het nieuwe testament nog niet ingegaan! En het Perfecte offer was nog niet gegeven! Ook zegt Ezechiel 18 dat de kinderen niet zullen boeten voor de zonden van de ouders en dus geen stompe tanden hebben, doordat de vaderen onrijpe druiven aten. Het perfecte offer 🔸Galaten 3:10-14 Want zovelen als er uit de werken der wet zijn, die zijn onder den vloek; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet, om dat te doen. En dat niemand door de wet gerechtvaardigd wordt voor God, is openbaar; want de rechtvaardige zal uit het geloof leven. Doch de wet is niet uit het geloof; maar de mens, die deze dingen doet, zal door dezelve leven. Christus heeft ons verlost van den vloek der wet, een vloek geworden zijnde voor ons; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die aan het hout hangt. Opdat de zegening van Abraham tot de heidenen komen zou in Christus Jezus, en opdat wij de belofte des Geestes verkrijgen zouden door het geloof. God kon de vloek ook stoppen! Deuteronomium 23:1-5 Die door plettering verwond of uitgesneden is aan de mannelijkheid, zal in de vergadering des HEEREN niet komen. Geen bastaard zal in de vergadering des HEEREN komen; zelfs zijn tiende geslacht zal in de vergadering des HEEREN niet komen. Geen Ammoniet, noch Moabiet zal in de vergadering des HEEREN komen; zelfs hun tiende geslacht zal in de vergadering des HEEREN niet komen tot in eeuwigheid. Ter oorzake dat zij ulieden op den weg niet tegengekomen zijn met brood en met water, als gij uit Egypte uittoogt; en omdat hij tegen u gehuurd heeft Bileam, den zoon van Beor, van Pethor uit Mesopotamie, om u te vloeken. Doch de HEERE, uw God, heeft naar Bileam niet willen horen; maar de HEERE, uw God, heeft u den vloek in een zegen veranderd, omdat de HEERE, uw God, u liefhad. Als wederomgeboren christen zijn we onder de zegen gekomen en zijn we niet meer onder de vloek. Als je een vloek ervaart in je leven, bekeer van je zonden of ga na of je leugens bent gaan geloven waardoor je dwangmatige gedachten hebt of op een andere manier gebonden bent, en vervang dit met God's waarheid God heeft ons de autoriteit gegeven om demonen uit te werpen; de discipelen werpen ook demonen uit, maar hebben geen handleidingen om tegen generatievloeken te bidden en in levens te graven van mensen om erachter te komen waarom iemand een bepaalde kwaal heeft. Er wordt bekering van zonden gepredikt en opgeroepen om uit de zonde te blijven, om niet opnieuw in de handen van de duivel te vallen. Als we beseffen hoe ontzettend immens groot en diep de liefde van God gaat voor ons en hoe groot het offer van Jezus is, dan zullen we vrij zijn. Als we de leugen niet meer geloven en halve waarheden naast ons neerleggen. Als iemand niet vrij is, is dat gewoonlijk een consequentie van eigen begane zonden of van het geloven van leugens waar de duivel je in heeft weten te lokken om de waarheid niet te zien of te geloven. Wanneer we ons daarvan bekeren zijn we vrij. Het bidden tegen demonische gebondenheid als geestvervulden gebondenheid ervaren, kan voorkomen. Maar dat gaat vaak over mensen die hun bekering niet volledig hebben en op het punt staan zich 100% te bekeren en het begrip bekering begrijpen. Waar demonische gebondenheid door komt staat in verband met het begaan van zonden, onvergevingsgezindheid, leugens, zonden verbergen en niet belijden, verkeerd beeld van God hebben, etc. Maar wanneer je volledig in je bestemming met God wandelt en vrij bent gezet en heilig leeft en blijft leven dan blijf je vrij. Galaten 6:5 Want een iegelijk zal zijn eigen pak dragen. Galaten 6:7-8 Dwaalt niet; God laat Zich niet bespotten; want zo wat de mens zaait, dat zal hij ook maaien. Want die in zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderfenis maaien; maar die in den Geest zaait, zal uit den Geest het eeuwige leven maaien. 2 Corinthiërs 5:10 Want wij allen moeten geopenbaard worden voor den rechterstoel van Christus, opdat een iegelijk wegdrage, hetgeen door het lichaam geschiedt, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad. Romeinen 8:12-17 Zo dan, broeders, wij zijn schuldenaars niet aan het vlees, om naar het vlees te leven. Want indien gij naar het vlees leeft, zo zult gij sterven; maar indien gij door den Geest de werkingen des lichaams doodt, zo zult gij leven. Want zovelen als er door den Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods. Want gij hebt niet ontvangen den Geest der dienstbaarheid wederom tot vreze; maar gij hebt ontvangen den Geest der aanneming tot kinderen, door Welken wij roepen: Abba, Vader! Dezelve Geest getuigt met onzen geest, dat wij kinderen Gods zijn. En indien wij kinderen zijn, zo zijn wij ook erfgenamen, erfgenamen *van God, en medeerfgenamen van Christus; zo wij anders met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden. De waarschuwing zowel in het OT als in het NT is dat we niet hoereren en omzien naar andere goden, God liefhebben en gehoorzamen boven alles! We zullen de vruchten plukken van welke kant we kiezen. Deuteronomium 11:26-28 Ziet, ik stel ulieden heden voor, zegen en vloek: Den zegen, wanneer gij horen zult naar de geboden des HEEREN, uws Gods, die ik u heden gebiede; Maar den vloek, zo gij niet horen zult naar de geboden des HEEREN, uws Gods, en afwijkt van den weg, dien ik u heden gebiede, om andere goden na te wandelen, die gij niet gekend hebt. Deuteronomium 30:19 Ik neem heden tegen ulieden tot getuigen den hemel en de aarde; het leven en den dood heb ik u voorgesteld, den zegen en den vloek! Kiest dan het leven, opdat gij levet, gij en uw zaad. Exodus 20:4-6 Gij zult u geen gesneden beeld, noch enige gelijkenis maken, van hetgeen boven in den hemel is, noch van hetgeen onder op de aarde is, noch van hetgeen in de wateren onder de aarde is. Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de HEERE uw God, ben een ijverig God, Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde, en aan het vierde lid dergenen, die Mij haten; En doe barmhartigheid aan duizenden dergenen, die Mij liefhebben, en Mijn geboden onderhouden. Hij doet barmhartigheid aan DUIZENDEN dergenen die God liefhebben en Zijn geboden bewaren.. Handelingen 15:28-29 Want het heeft den Heiligen Geest en ons goed gedacht, ulieden geen meerderen last op te leggen dan deze noodzakelijke dingen: Namelijk, dat gij u onthoudt van hetgeen den afgoden geofferd is, en van bloed, en van het verstikte, en van hoererij; van welke dingen, indien gij uzelven wacht, zo zult gij weldoen. Vaart wel. |